Het Gardameer is al eeuwenlang een grote toeristische trekker zowel voor buitenlanders als voor de Italianen zelf.  De oevers worden bezet door zonaanbidders en snorkelaars. De ligging aan de voet van het Monte Baldo-gebergte is prachtig, de dorpen zijn pittoresk en de stad Verona ligt op rijafstand. De mediterrane vegetatie is weelderig Platanen, cypressen en palmen worden afgewisseld door bloementuien met citroenen, oleanders en bougainvilles. De ligging van het Gardameer (51 km lang, 17 km breed) tussen de uitlopers van de Italiaanse Alpen en de Po-vlakte, staat garant voldoende regen met een afwisselend en kleurrijk landschap als resultaat. Soms is de toestroom van water zo hevig dat de kiezelstandjes vrijwel verdwijnen of veranderen in dunne strookjes. Het water is helder want op de diepste plek telt het meer maar liefst 356 meter. De oevers in het noorden zijn stijl en lopen soms loodrecht in de diepte. Al gelang u verder naar het zuiden rijdt  - vanaf Salo (westkant) en Torri del Benaco (oostkant) naar beneden -gaan de bergen over in glooiingen om tenslotte in de vlakte te eindigen.

Het intensieve toerisme heeft zijn sporen nagelaten. Dit geldt met name voor het zuidelijke deel waar het gebergte overgaat in heuvels met Decenzano als een van de meest ‘ mondaine’ steden waar naast winkelplezier ook talloze nachtclubs te vinden zijn. Maar met name buiten de toeristische trekpleisters en een stukje de bergen in zijn genoeg goede eetgelegenheden te vinden waar de Italianen zelf ook graag komen. De noordelijke helft heeft het authentieke karakter juist heel goed weten te bewaren. Dit heeft deels een geografische reden. De noordelijke ring van Malcesine (oostkant) naar Riva (noord) naar Saló (westkant) ligt namelijk in het gebergte. En uitbreiding is daar lastig. In deze regio vindt u de accommodaties van MAS.